vrijdag 6 juli 2007

Liever

Thijs leeft na zijn eindexamen in de World of Warcraft. Dagelijks zit hij voor het computerscherm. Op dat scherm zie je iemand op de rug. Die persoon loopt. Op een drafje. Eindeloos. Door hoog gras of stenige paden. Zo nu en dan komt de persoon iets of iemand tegen. Er volgt een korte, hevige worsteling. Dan loopt de persoon weer door.
Het is een ranke, slanke gestalte met lang wapperend groen haar.
Ben jij dat? vraag ik.
- Ja.
Het lijkt wel een vrouw. Mannen hebben doorgaans niet zo’n slanke taille.
- Het is ook een vrouw.
Ik, enigszins verbaasd, omdat het nooit eerder bij me is opgekomen:
Had jij graag een vrouw willen zijn?
- Nee. Ik kijk liever naar een vrouw.

Vakantie

Bij de fitness was ik –in de meivakantie– verplicht de volgende dialoog tussen twee jonge moeders aan te horen.
- Gaat het een beetje met de vakantie?
O ja, goed hoor. De oudste is met opa en oma een weekje naar Turkije.
- O lekker! Heerlijk zeg, lekker rustig zeker. En de jongste?
Die was vorig weekend bij de andere opa en oma, maar die werken door de week, dus die is verder gewoon thuis. En nu dus naar de kinderopvang.
- Dus je had even een weekendje voor jezelf! Heerlijk jôh. Daar kan ik ook zo naar verlangen. En wanneer komt de oudste weer terug?
Morgen in de loop van de middag. Dan ga ik naar het vliegveld om haar even te zien, want in het weekend is ze bij haar vader.
- O ja, even knuffelen. Maar eh ... is dat eigenlijk wel een goed idee? Als ze dan niet met je mee naar huis mag, vindt ze dat niet erg?
Ja, daar zit ik ook een beetje mee. Misschien maar niet naar het vliegveld. Maar ik had het al beloofd.
- Ja, ik snap het. Het blijft altijd een probleem. Vorig jaar was ik met de kinderen naar Thailand. Ik had gedacht: ik geef ze een supervakantie. Maar de eerste avond, toen we nog even op het terras van het hotel zaten, zei de oudste: ik mis pappa nu al.
Nou, leuke vakantie, hoor.