zondag 11 oktober 2009

Open dag in Het Speelhuis

Vandaag was er een Open Dag in Het Speelhuis. De verschillende groepen gaven een presentatie, maar het waren eigenlijk meer een soort openbare lessen.
In het hoofdstuk ‘Columbus ontdekt Amerika’ in het boek Onze Vrolijke Zesde Klas, stelt Leonard Roggeveen dat er veel verschil bestaat tussen kinderen wat betreft het vermogen tot het je kunnen verliezen in fantasiespel.
Johan probeerde de kleuters van Kinderkoor Krakeling in gedachten mee te voeren naar het onbewoonde eiland, waar ze als schipbreukelingen al 40 dagen vastzaten.
‘En we voelen ons helemaal niet goed meer,’ zei Johan.
‘Ik wel!’ riep één van de kleuters opgewekt.

De middag werd besloten door de kinderen van toneelgroep Tjester. Toneeljuf Diewertje liet ze spelen dat ze verdwaald waren in een diep, donker bos. Opeens zagen ze een kampvuur waar ze zich konden warmen. Achter het kampvuur bleek een hutje te staan. Ze gingen naar binnen, voelden een warme vacht, gingen liggen en vielen bijna in slaap. Toen ging opeens de vacht bewegen. Ze voelden om zich heen, vonden een zaklantaarn, knipten die aan en: Oeoeoeoe! een beer!
Vlug kropen ze het hutje uit en zetten het op een rennen tot ze niet meer konden. Toen lieten ze zich op de grond vallen en vielen meteen in slaap.
Toen het licht werd, werden ze wakker, keken om zich heen en zagen... dat ze in hun eigen achtertuin waren!
Een jongetje van een jaar of vier op de eerste rij snapte het toen even niet meer en riep verbaasd: ‘Nee hoor!’